Vetten, slechte naam maar onterecht
Wanneer je met mensen praat over vetten, gaan de gedachten al snel richting de frituurpan, de chips of pizza’s. Echter hebben vetten, geheel onterecht, een hele slechte naam. Belangrijk is om te weten dat vetten essentieel zijn binnen onze voeding. Het is daarom belangrijk om de goede vetten van de “slechte vetten” te onderscheiden.
Maar wat is nou eigenlijk de rol van vet binnen het menselijk lichaam? Vet is voornamelijk een energiebron voor het menselijk lichaam. Per gram levert het maar liefst negen kilocalorieën op! Wanneer je dit afzet tegen bijvoorbeeld eiwitten (vier kcal) en koolhydraten (vier kcal), valt meteen op dat je moet oppassen met de hoeveelheid vetten die je consumeert. Daarnaast heeft (lichaams-)vet als functie om als energievoorraad te fungeren, ook dient het als isolatie voor je organen (visceraal vet). Vetzuren hebben net zoals eiwitten zijn eigen structuur. Er zijn korte- middellange- en langeketen vetzuren. Hoe langer de keten, hoe langer het duurt om deze vetzuren te verteren. Er bestaan binnen de vetten ook een kleine groep essentiële vetzuren. Deze moeten uit onze voeding komen en kunnen dus niet door het lichaam zelf geproduceerd worden.
Linolzuur en alfa-linolzuur zijn twee essentiële vetzuren. Deze vetzuren spelen tijdens een zwangerschap een grote rol. Het is dus belangrijk dat er dan extra wordt opgelet dat er een adequate hoeveelheid linolzuur geconsumeerd wordt. Linolzuur en alfa-linolzuur spelen en belangrijke rol in het reguleren van het cholesterolgehalte in het bloed. Vette vis is een belangrijke bron voor de omega-3 vetzuren. Wanneer je minimaal één keer per week een portie vette vis (zalm, makreel, tonijn etc.) eet, voldoe je al aan de minimale hoeveelheid omega-3 vetzuren die het lichaam nodig heeft. Naast het verkleinen van de kans op hart- en vaatziekten, spelen de omega-3 vetzuren ook een belangrijke rol bij het ontwikkelen van het zicht en de hersenen bij ongeboren baby’s.
Binnen de macronutriënt vet kunnen wij grofweg drie verschillende vetten onderscheiden. Deze vetten zijn: verzadigde vetzuren, onverzadigde vetzuren en transvetten. Wanneer je kijkt naar hoeveel vet wij in onze dagelijkse voeding nodig hebben, komt dit gemiddeld uit tussen de twintig en veertig procent. Dit is nodig omdat wij via het consumeren van vetten de benodigde vitamines en mineralen binnenkrijgen (vitamine A, D en E bijvoorbeeld). Wanneer je kijkt naar de verdeling van de verschillende soorten vet, zal de nadruk binnen onze voeding voornamelijk moeten liggen op de (meervoudig) onverzadigde vetzuren. Producten die rijk zijn aan (meervoudig) onverzadigde vetzuren zijn bijvoorbeeld: plantaardige oliën, zalm, verschillende soorten noten (walnoten, amandelen) en avocado. Daarnaast spelen onverzadigde vetzuren net zoals de eerder genoemde alfa-linolzuur en linolzuur een belangrijke rol in het reguleren van het cholesterolgehalte in ons bloed.
Verzadigde vetzuren mogen maximaal tien procent van onze energie leveren, voor transvetten is dit maximaal één procent. Deze vetten moeten zeker niet de overhand krijgen binnen onze voeding. Dit komt door de risico’s die gepaard gaan met een hoge consumptie. Deze type vetten komen bijvoorbeeld voor in verschillende soorten van vlees, koeken en snacks. Transvetten komen van nature bijna niet voor in “natuurlijke” producten. Transvetten komen in hele kleine hoeveelheden voor in dierlijk vet zoals varkensvet, vet rundvlees en melk. Deze worden voornamelijk toegevoegd in het produceren van voedingsmiddelen of via de bereidingswijze (bijvoorbeeld frituren). Transvetten hebben een grote negatieve invloed op het cholesterol gehalte in ons bloed, hoe dit werk wordt hieronder uitgelegd.
Vetten hebben ook een grote samenhang met het cholesterolgehalte in ons bloed. Er zijn twee types cholesterol namelijk LDL-cholesterol(slecht) en HDL-cholesterol (goed). Wanneer er een slechte balans is tussen deze twee types kan dit slechte gevolgen hebben voor onze gezondheid. Wanneer het LDL-cholesterol de overhand krijgt heb je een groter risico op verschillende soorten hart- en vaatziekten. Het HDL cholesterol is verantwoordelijk voor het “opruimen” van het LDL-cholesterol. Zoals misschien al verwacht, komt het LDL-cholesterol voor in verzadigde- en transvetzuren. Het HDL-cholesterol komt vooral uit voedingsmiddelen die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren. Het eten van goede “vetten” heeft veel positieve effecten, zoals het verlagen van het cholesterol in ons bloed. Daarbij is het zeker voor vrouwen belangrijk om voldoende vetten te consumeren. Dit komt omdat een dieet wat voor langere tijd laag in vetten is, negatieve effecten kan hebben op de hormonale balans.
Het is dus belangrijk om te weten wat je eet! Twijfel je over de inhoud/samenstelling van een product? Lees de ingrediëntenlijst of productsamenstelling op de verpakking of gebruik Google om meer informatie op te zoeken. Nog niet tevreden? Vraag één van de trainers bij SPARK voor meer informatie.